ALBERT SANZ & JAVIER COLINA - SINHÁ

Artiest info
Website
facebook

Label : Youkali music
Distr. : Xango

Albert Sanz (Valencia, 1978) komt uit in een zeer muzikale familie, zijn moeder is zangeres, songwriter en actrice en zijn vader is dirigent, klassiek pianist en componist. In zijn jeugd werd hij omringd door de klassieke muziek van zijn vader en zijn moeders repertoire van coplas tot bossa nova, Cubaanse bolero’s, tango’s, Italiaanse liedjes en Franse en jazz standaards. Hij begon liedjes te leren met de gitaar en el. bas, totdat hij besloot klassieke piano te studeren aan het conservatorium van Valencia. Kort daarna neemt zijn vader hem mee naar een concert van Tete Montiliu waar hij voor altijd verliefd zou worden op de jazzmuziek. Bassist Javier Colina (Pamplona, 1960) geniet grote erkenning zowel in de jazz- als de flamencoscene. Hij heeft een 12-tal albums op zijn naam staan met Tete Montillu, Josemi Carmoni en natuurlijk Albert Sanz, hij speelde o.a. met Al Foster, Chuco Valdés en Jerry Gonsález.

De titel van dit album “Sinhá” verwijst naar een lied van Joao Basco en Chicao Buarque, twee Braziliaanse singer- songwriters/gitaristen die een belangrijke inspiratiebron zijn voor Sanz en Colina. Het album vangt ook aan met dit nummer, een heerlijk muziekstuk dat zijn Braziliaanse roots niet verloochent. Het tintelende pianospel en de zoemende contrabas vormen een perfect duo dat klinkt als ware het een instrument. Het vrolijke “Cravo e Canela” werd geschreven door een van de iconen van de Braziliaanse muziek Milton Nascimento, fraaie muziek met een onverbiddelijke swing. Nascimento is met nog een nummer vertegenwoordigt “Canção do sal”, uiterst subtiele muziek met een hoofdrol voor het bijzondere spel van Colina op zijn bas, soepel, swingend en klankrijk. “Vibrações” en “Doce de Coco” zijn van Jacob do Bandolim (1918-1969), bijgenaamd “Mandolin Jacob” naar het instrument dat hij bespeelde, natuurlijk weer een Braziliaan die heerlijke nummers heeft geschreven. Vooral “Doce de Coco” is in de handen van Sanz en Colina een aanstekelijk geburen waarop het heerlijk zwieren en zwaaien zal zijn.

Er passeren nog vele voor mij helaas onbekende Braziliaanse componisten zoals accordeonist/zanger Luis Gonzaga en accordeonist / gitarist Sivuca, ook werk van Chico Buarque komt nog een paar keer langs. Sanz en Colina hebben wel een neus voor bijzonder materiaal maar het is vooral hun schitterende weergave die van dit album een feest maken die doet verlangen naar een warme zomer. “João E Maria” (Sivuca / Buarque) is bijzonder omdat Colina hier is te horen op de accordeon hetgeen hem goed afgaat, hij had die wel vaker ter hand mogen nemen (ik ben namelijk dol op accordeon). In “Gentle Humilde” (Garoto / Vinicius de Moraes/Chico Buarque) is er een gastrol voor de Uruguayaanse zanger Jorge Drexler die gevoelvol zingt over de nederige mensen, mooi. Het album eindigt zowaar met een bluesy nummer “O xoté das meninas”(Luis Gonzago), althans in het intro, daarna gaat het verder op de Zuid-Amerikaanse toer, maar Sanz geeft er een bluesy feeling aan, een mooie afsluiter van een fijn album dat ook al vaak werd gedraaid, zeker in deze miezerige dagen.

Jan van Leersum.